Chili is een land dat qua landschap en klimaat vele contrasten kent. Dat is ook niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat het land zich uitstrekt over een lengte van maar liefst 4000 kilometer. Een enorm langgerekt land, want qua breedte is het allemaal veel minder; 400 kilometer op z'n breedst en zelfs 90 kilometer op z'n smalst.

In het noorden van Chili vindt men woestijnen, terwijl in het uiterst zuiden ijs permanent aanwezig is. Het hele land ligt aan de westkant aan de Stille Oceaan. Aan de oostkant wordt het land begrenst door het hoogoprijzende Andes gebergte. Veel van de toppen van de Andes zijn ook in de zomer besneeuwd.

Net als in Argentinië liggen aan de voet van de bergen uitgestrekte valleien, waar naast druiven enorme hoeveelheden fruit en groente groeien.

Wijngaarden liggen voornamelijk in het centrale deel van Chili. Ongeveer de helft van het wijngaardareaal (30.000 ha) is beplant met een niet zo interessante druivesoort, de país. Van deze druif wordt vooral simpele wijnen voor de thuismarkt geproduceerd. Gelukkig is de tendens dat het gedeelte met nobele druiven steeds groter wordt. De oorzaak hiervan is dat de Chilenen zelf steeds minder zijn gaan drinken en de producenten hun wijnen dus moesten exporteren.

De importerende wijnlanden eisten echter wel een veel hogere kwaliteit en dat is inmiddels gelukkig bereikt.